HPO Center

Ritueel 4 van slechte managers: Stijlen van slechte managers

De slechte managerEr zijn veel verschillende typen managers om uit te kiezen wanneer een beginnende manager zijn eigen stijl gaat modelleren. De slechte manager kiest vrijwel altijd de stijl van de delegerende manager. Deze managers sturen op afstand en uitsluitend op hoofdlijnen. Ze zijn alleen geïnteresseerd in het opwindende strategische werk, niet in saaie operationele zaken, en je zult ze daarom nooit op de werkvloer zien. Prestatie-indicatoren zijn hun grootste vriend, omdat die hands-off management mogelijk maken.

De delegerende manager kan namelijk in een oogopslag in de managementrapportage zien of een ondergeschikte zijn targets op de prestatie-indicatoren heeft gehaald. Is dit niet het geval, dan krijgt de ongelukkige een uitbrander van jewelste. Zijn de normen wel gehaald, dan volgt er een compliment en een aai over de bol. In het laatste geval doen de ondergeschikten uiteraard niet moeilijk, maar bij de ongelukkigen is dat wel anders.Die zullen proberen uit te leggen waarom ze hun targets niet hebben gehaald en komen ongetwijfeld met allerhande excuses.

Maar daar moet de slechte manager niets van hebben: ‘Vermoei me niet met het zogenaamde verhaal achter de cijfers, dat zijn alleen maar details. Het zijn jouw normen, dus het is jouw probleem. De context en de omstandigheden doen er voor mij helemaal niet toe. Ik betaal jou er juist voor om daar adequaat mee om te gaan!’ Delegerende managers zorgen ervoor dat de rollen, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende managementniveaus in de organisatie goed en duidelijk zijn gedefinieerd, zodat het iedereen duidelijk is hoe hoog ze in de ivoren toren zitten. Hun rapportage bestaat bij voorkeur geheel uit financiële cijfers, want dat is het makkelijkst sturen en daar verdwijnen de nuances geheel in. Als er analyses moeten worden gemaakt, hebben delegerende managers een voorkeur voor toelichtingen in de trant van ‘We hebben minder omzet behaald, omdat we minder hebben verkocht.’ Het liefst zitten deze managers in een (hoofd)kantoor ver van de werkvloer af en proberen ze zo druk te zijn – onder meer door regelmatige buitenlandse trips – dat ze helemaal geen tijd hebben om langs te komen. Onbekend maakt onbemind, en zo willen delegerende managers dat precies hebben!

Mochten uw slechte managers niet de delegerende stijl hebben gekozen, dan volgen hier de beschrijvingen van de andere stijlen waar slechte managers van houden, zodat u die kunt herkennen.

Het HPO Center is de sparringspartner voor organisaties die echt een doorbraak willen in het verbeteren van de prestaties. We praten u nooit naar de mond, maar houden u een eerlijke spiegel voor. Gebaseerd op het wetenschappelijk bewezen HPO-gedachtegoed, ingekleurd door robuuste dialogen met uw managers en medewerkers. Heeft u interesse, vragen of wilt u meer weten over onze ervaringen in uw sector? Neemt u dan contact op met Chiel Vink (T. 035-6037007).

Stijlen van slechte managers:

Hoe benadeelt ritueel 4 de high performance organisatie?

Het ritueel van alleen sturen op afstand beïnvloedt de volgende HPO-aspecten negatief:

  1. In de organisatie wordt alles gerapporteerd dat belangrijk is voor het halen van een goede prestatie + In de organisatie wordt aan iedereen zowel financiële als niet-financiële informatie gerapporteerd (aspecten 26 en 27): In ritueel 4 is de managementrapportage zodanig ingericht dat deze geen goed en gedetailleerd beeld geeft van de prestaties van de organisatie. De nadruk ligt geheel op financiële cijfers. Niet-financiële kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren worden stelselmatig genegeerd of helemaal niet gemeten. De delegerende manager heeft bovendien die financiële cijfers het liefst op een zo hoog mogelijk geaggregeerd niveau, zodat alle nuances wegvallen.
  2. Het management gaat vaak de dialoog aan met medewerkers (aspect 30): Door de financiële – en dus abstracte – inhoud van de rapportage en door de hands-off houding van de delegerende manager is er per definitie geen dialoog mogelijk tussen manager en medewerker. De delegerende manager zit ook helemaal niet te wachten op een dergelijke wisselwerking en zal er dus voor zorgen dat de gesprekken met medewerkers zuiver eenrichtingsverkeer zijn: van hem naar de medewerker.
  3. Het management coacht medewerkers ten behoeve van het behalen van betere resultaten + Medewerkers willen geïnspireerd worden om zeer goede resultaten te behalen (aspecten 6 en 13): Als een logisch gevolg van bovenstaande zal er helemaal geen sprake kunnen zijn van coaching en inspireren. De afstand tussen manager en medewerker is dusdanig groot, zowel fysiek (de manager werkt ver weg van de werkvloer) als mentaal (de manager is helemaal niet geïnteresseerd in wat de medewerkers doen, denken en beweegt), dat medewerkers volkomen op zichzelf zijn aangewezen.
  4. Het management staat fouten maken toe (aspect 33): Fouten mogen natuurlijk helemaal niet worden gemaakt in ritueel 4. En worden ze toch gemaakt, dan is er geen discussie of uitleg Mogelijk. Want als dat wel het geval zou zijn, dan moet de delegerende manager in gesprek met de medewerker die de fout heeft gemaakt om te bespreken wat de fout was, wat de medewerker eraan gaat doen en wat de medewerker ervan heeft geleerd. Dit betekent een discussie over operationele zaken, iets waarin de delegerende manager helemaal niet is geïnteresseerd. Fouten maken betekent klappen krijgen, in ritueel 4.

Het HPO Center verzorgt regelmatig inspiratiesessies, workshops en lezingen rond succesvol samenwerken, prestatieverbetering en High Performance Leiderschap. Heeft u interesse, vragen of wilt u meer weten over wat het HPO-raamwerk en onze HPO-experts voor uw organisatie kunnen betekenen? Neemt u dan contact op met Chiel Vink (T. 035-6037007).

Bron: 10 Rituelen van slecht management door André de Waal

Mobiele versie afsluiten